Psychologische theorie moet AI helpen

Kunstmatige intelligentie kan slimmer worden wanneer de psychologische theorie van ‘affordance’ wordt toegepast. Dat schrijft MIT Technology Review. Affordance houdt in dat mensen en dieren automatisch de mogelijkheid van een object kunnen inschatten. Een vis weet bijvoorbeeld vanzelf dat in water gezwommen kan worden, mensen snappen dat een stoel is bedoeld om op te zitten.

Die logica kan helpen om kunstmatige intelligentie sneller te trainen. Een robot denkt nu aanvankelijk dat alles mogelijk is. Wanneer hij van A naar B beweegt, zal hij in eerste instantie aannemen dat hij door muren kan bewegen totdat herhaald falen hem leert dat dat niet zo is.

Volgens Technology Review kan de daarvoor benodigde tijd flink ingekort worden als een robot eerst geleerd wordt wat de affordances van de omgeving zijn. In een virtuele test van AI-bedrijf Deepmind bleek dat een door AI aangestuurd object met affordance niet op manieren beweegt waarvan hij weet dat een muur hem dan blokkeert. Hoewel het onderzoek nog in een pril stadium verkeert, hopen de wetenschappers dat robots zo sneller complexe acties kunnen aanleren.